Verslag bezoek aan Vrijmetselarijmuseum Den Haag

1 november 2022

Op zaterdag 15 oktober bezocht een aantal leden het Vrijmetselarijmuseum in Den Haag, waar kunsthistorica dr. Andréa Kroon een zeer interessante lezing gaf over Vrijmetselarij en de Tweede Wereldoorlog. Hieronder een kort verslag. In de galerij vindt u ook een aantal foto's van deze dag.

De Orde van Vrijmetselaren vindt haar oorsprong in Engeland waar in 1717 voor het eerst sprake was een overkoepelende organisatie van loges. De Nederlandse Grootloge, koepel van samenwerkende vrijmetselaarsloges, verzelfstandigde zich van de Engelse Grootloge in 1756 en bestaat derhalve meer dan 250 jaar.    

Na het herstel van het stadhouderschap, in 1744, herleefde de vrijmetselarij. In 1756 sloten tien loges zich aaneen tot de ‘Groote Loge der Zeven Vereenigde Nederlanden’, welke benaming in 1817 werd gewijzigd in de ook nu nog geldende 'Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden'.

Twee prinsen uit het huis van Oranje hebben in de negentiende eeuw de functie van grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren bekleed: Prins Frederik (de jongere broer van Koning Willem II, die zelf ook vrijmetselaar was) gedurende 65 jaar, van 1816 tot 1881, en Prins Alexander (de jongste zoon van Koning Willem III) van 1882 tot zijn vroege dood in 1884.

Het koloniale tijdperk is van invloed geweest op de verbreiding van de vrijmetselarij vanuit ons land. Nederlanders vestigden zich op de Antillen, in Suriname, op Ceylon, in India, Zuid-Afrika en Rhodesië, het voormalige Nederiands-Indië, China en Brazilië. Zestien loges buiten Nederland, onder andere op de Nederlandse Antillen en in Suriname, behoren nog steeds tot de orde.

In 1940 werd de orde door de Duitse bezetters als een der eerste tot verboden vereniging verklaard. De wereldvermaarde Ordebibliotheek en het kostbare museumbezit werden naar Duitsland afgevoerd. Grootmeester Hermannus van Tongeren werd gearresteerd en kwam op 29 maart 1941 om het leven in het concentratiekamp Sachsenhausen. Kort na het eind van de oorlog werd het grootste deel van bibliotheek en historisch archief in schuren nabij Frankfurt gevonden en teruggebracht.

In 1939 telde de orde ruim 4.100 leden en 67 loges. Na de bezetting van Nederland en het eind van de oorlog in het Verre Oosten, was dit aantal gedaald tot drieduizend leden en 64 loges, deels door natuurlijk verloop, deels doordat een aantal leden in Duitse en Japanse kampen in het toenmalige Nederlands-Indië was omgekomen.

Na 1945 nam aanvankelijk het ledental in Nederland, ook door de repatriëring van vrijmetselaren uit Indonesië, sterk toe. Tot 1970 liep de groei van het aantal loges vrijwel gelijk met die van het aantal leden. Na 1970 nam het aantal loges verder toe, terwijl het ledental min of meer constant rond zesduizend bleef. De toename van het aantal loges werd vooral veroorzaakt door de groei van forensenplaatsen, de industrialisering en de verstedelijking buiten de Randstad.

Na deze lezing genoot men van een heerlijke lunch bij restaurant Burrata.

Tenslotte werd een bezoek gebracht aan Panorama Mesdag, waar de groep een rondleiding kreeg van een zeer enthousiaste studente die prima uitleg gaf. Ook was het mogelijk om de Panorama Mesdag van zeer dichtbij te bewonderen. Dit werd door de bezoekers erg gewaardeerd. 

Danielle Berger, Danielle Arendse, Marianne Elderman,
Bestuursleden.